LEERSTOF
DEEL 1 - ONTWIKKELING VAN HET KIND
DEEL 2 - OPVANG VAN HET VITAAL BEDREIGDE KIND
DEEL 3 – (ACUTE) PATHOLOGIE BIJ KINDEREN
DEEL 4 - TRAUMA BIJ KINDEREN

Oefenvragen

Een neutrale positie van het hoofd ten opzichte van de romp biedt de grootste kans op een goede doorgankelijkheid van de bovenste luchtweg. Bij kinderen die zelf niet in staat zijn om de luchtweg open te houden, bijvoorbeeld als gevolg van een verlaagd bewustzijn, is het van belang om ‘padding’ (opvullen van de schouders met een opgevouwen doek) toe te passen, zodanig dat een denkbeeldige (bijna) horizontale lijn getrokken kan worden van de neus naar de kin.


  • Bewusteloosheid is een altijd een bedreiging voor de bovenste luchtweg.
  • Bleek zien is een teken van verminderde perifere doorbloeding door vasoconstrictie of verminderd circulerend bloedvolume.
  • Een expiratoire stridor is een symptoom dat past bij een (gedeeltelijke) obstructie van de onderste luchtweg.
  • Ophoping van secreet (bijv. slijm) in mond-/keelholte en/of de neus is een bedreiging van de bovenste luchtweg.
  • Een zwelling van oogleden en/of lippen als gevolg van een allergische reactie heeft een gedeeltelijke of volledige obstructie van de bovenste luchtweg tot gevolg omdat ook de slijmvliezen in de mond-keelholte en de tong meedoen.
  • Ontstoken tandvlees is een lokaal probleem in de mondholte.
  • Een exacerbatie is een probleem van de onderste luchtweg.
  • Roet in de neus betekent dat rook en dus hete lucht is ingeademd. Dit kan leiden tot forse irritatie/beschadiging van slijmvliezen met oedeemvorming en een bovenste luchtwegprobleem tot gevolg.