Een neutrale positie van het hoofd ten opzichte van de romp biedt de grootste kans op een goede doorgankelijkheid van de bovenste luchtweg. Bij kinderen die zelf niet in staat zijn om de luchtweg open te houden, bijvoorbeeld als gevolg van een verlaagd bewustzijn, is het van belang om ‘padding’ (opvullen van de schouders met een opgevouwen doek) toe te passen, zodanig dat een denkbeeldige (bijna) horizontale lijn getrokken kan worden van de neus naar de kin.