De hoge luchtweg bestaat grofweg uit de nasofarynx (neusholte), de orofarynx (keelholte) en de hypofarynx (lager liggende deel van tongbasis tot aan de stembanden).
De nasofarynx bestaat uit weke delen, kraakbenige delen en een benig deel:
Os nasale (neusbeen)
Septum (neustussenschot)
Conchae (neusschelpen in neusholte)
Voorste schedelbasis (bovenzijde van de neusholte)
Palatum durum (harde gehemelte, tevens bodem van de neusholte)
Palatum molle (zachte gehemelte)
In de orofarynx onderscheiden we:
Mondbodem met speekselklieren
Tong (bevestigd aan mondbodem, onderkaak, tongbeen)
Palatum (harde en zachte gehemelte)
Wangen
Tanden en kiezen
Spieren
In de hypofarynx onderscheiden we:
Farynx (aan de achterzijde)
Larynx (aan de voorzijde) met klieren, ligamenten, spierweefsel en kraakbeenderen, waaronder de epiglottis, het thyroïd en het cricoïd.
De hoge luchtweg heeft een aantal beschermingsmechanismen in de vorm van reflexen. De belangrijkste zijn:
De slikreflex treedt op wanneer voedsel, speeksel enz. in de orofarynx komt. De epiglottis sluit de larynxingang af zodat het door te slikken voorwerp in de oesofagus belandt
De hoestreflex ontstaat wanneer zich iets in de luchtweg bevindt op het niveau van larynx tot en met bronchioli
Het laryngospasme treedt op ter hoogte van de centrale larynx (stembandhoogte), en is bedoeld om aspiratie te voorkomen. Echter, hierdoor kan ook juist een luchtwegprobleem ontstaan of verergeren
De apneureflex ontstaat door prikkels zoals het inademen van rook of tijdens de eerste seconden bij verdrinking. De ademhaling stopt om te voorkomen dat schadelijke stoffen of water in de longen terechtkom(t)(en).
Ten aanzien van de hoge (bovenste) luchtweg onderscheiden we 3 belangrijke onderdelen:
De nasofarynx ofwel neusholte
De orofarynx ofwel mondkeelholte
De hypofarynx ofwel onderste keelholte en strottenhoofd
Belangrijke beschermingsreflexen van de hoge luchtweg zijn: